Alvleesklierkanker

Alvleesklierkanker

Laatst bijgewerkt: 30 oktober, 2023

Alvleesklierkanker is één van de vormen van kanker met een slechte kans om beter te worden. Maar 5% van de patiënten leeft nog na vijf jaar. De ziekte wordt in de meeste gevallen pas heel laat ontdekt. In die fase van de ziekte kan de tumor meestal niet meer weggehaald worden. Het laat ontdekken van de kanker komt omdat mensen pas veel later klachten krijgen.

Belangrijkste punten

  • Leef zo gezond mogelijk: Het is lastig om alvleesklierkanker te voorkomen. Maar we kunnen wel de kans zo klein mogelijk maken. Dit kun je doen door zo gezond mogelijk te leven. Drink minder alcohol en rook niet. Ook bewegen en gezond eten is belangrijk
  • Erfelijke factoren: Heb je directe familieleden met alvleesklierkanker? Als je je er zorgen om maakt, neem dan contact op met je dokter.
  • Zorg dat je op de hoogte bent: Weten wat deze ziekte inhoudt en wat de klachten zijn die erbij horen, kan je helpen de ziekte sneller te herkennen. Ook kan het helpen om beter met de ziekte te kunnen leven en deze vorm van kanker beter te begrijpen.

De reden waarom patiënten alvleesklierkanker krijgen is onbekend. Toch weten we dat roken en veel alcohol drinken kan zorgen dat je meer kans hebt om alvleesklierkanker te krijgen. Ook als je suikerziekte of overgewicht hebt, kan dat een rol spelen. Als je veel vet of eiwit eet, heb je ook meer kans om alvleesklierkanker te krijgen. Maar ook als je gezond leeft kun je alvleesklierkanker krijgen.

De alvleesklier is een essentieel orgaan voor de spijsvertering

De manier waarop we eten omzetten in bouwstoffen voor ons lijf heet spijsvertering. De alvleesklier is een belangrijk orgaan daarvoor. Het zit diep in de buik, achter de maag.

De alvleesklier heeft twee hoofdtaken:

• Het maken van alvleessap. Dat sap hebben we nodig voor het verteren van ons eten. Het alvleessap wordt afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. De twaalfvingerige darm komt vlak na de maag en is het eerste gedeelte van de darmen. We noemen deze taak “exocrien”.

• De alvleesklier geeft eiwitten af. Die eiwitten zijn belangrijk voor het regelen van onze bloedsuikerspiegel. We noemen deze taak “endocrien”.

In 90% van de gevallen tast alvleesklierkanker de weefsels aan die betrokken zijn bij de exocriene functie. En dan met name de kanalen waardoor het alvleessap wordt vervoerd. Deze vorm van kanker is ook bekend als “ductaal adenocarcinoom van de alvleesklier.” In de meeste gevallen (75% tot 80%) is het de kop van de alvleesklier die wordt aangetast. Veel minder vaak zit de tumor op het middelste deel of de staart van de alvleesklier. Er zijn andere vormen van kanker die de endocriene functie van de alvleesklier aantasten. Daarvoor zijn ook weer andere behandelingen nodig.

Waarom we alvleesklierkanker vaak te laat ontdekken

De kans om beter te worden (prognose) is zo slecht bij alvleesklierkanker omdat het pas laat wordt ontdekt. De patiënt ervaart pas de eerste klachten wanneer de kanker al flink gegroeid is in het lichaam. Vaak zit de tumor dan ook al op andere plekken in het lichaam (uitzaaiingen).

Maar 20% van de patiënten waarbij alvleesklierkanker ontdekt wordt, kan nog een operatie krijgen. Van die patiënten is 20% na vijf jaar nog in leven. Bij alle andere patiënten is dat % veel lager, namelijk 5%.

Klachten van alvleesklierkanker zijn: geen zin in eten, afvallen en buikpijn. Deze buikpijn straalt uit naar de rug.

De galweg vervoert de gal van de lever naar de darmen. Als de tumor de kop van de alvleesklier aantast wordt de galweg geblokkeerd. Dan kan de gal daar niet meer door. De gal stroomt dan terug in het bloed. Hierdoor worden je ogen en huid geel. Dit heet geelzucht. Je kunt ook donker gekleurde urine hebben. En soms een jeukende huid.

Of je kanker hebt wordt bepaald door onderzoek. In het ziekenhuis wordt dan een foto of filmpje gemaakt. We noemen dit echo’s en /of scans. Soms wordt er ook een stukje uit de tumor gehaald. Dit noemen we biopt. Op basis van al deze informatie kan de arts bekijken wat er moet gebeuren.

Het besluit om te opereren hangt af van de grootte en de plek van de tumor. Maar ook van hoe fit je bent. Dan wordt gekeken naar allerlei zaken zoals leeftijd, wat je allemaal nog kunt en doet. En of je nog andere ziekten hebt. De operatie is heel zwaar. Daarom is die niet bij alle patiënten mogelijk.

Medicijnen bij alvleesklierkanker

Bij alvleesklierkanker zijn verschillende behandelingen mogelijk. Als je kiest voor behandeling dan horen medicijnen (chemotherapie) daar altijd bij. Ook als je wordt geopereerd krijg je medicijnen. De medicijnen die worden gebruikt zorgen dat de cellen niet kunnen groeien. De medicijnen werken op cellen in het lichaam die zich snel delen. Dit zijn zowel de slechte cellen (kanker) als de goede cellen.

Wanneer er geen operatie wordt gedaan helpen medicijnen te zorgen dat de tumor niet nog groter wordt. En door medicijnen probeert de arts je klachten minder te maken. Als je heel ziek bent zijn de medicijnen die je krijgt vaak een combinatie van verschillende soorten.

Bestralen noemen we ook wel radiotherapie. Soms wordt je bestraald en krijg je medicijnen.

Bronnen:
  • Long-term illnesses (ALD) Guide, pancreatic cancer, November 2010, French National Authority for Health (HAS).
  • International Agency for Research on Cancer, Globocan 2018, WHO.

En Servier?

Servier investeert een groot deel van haar budget in onderzoek en ontwikkeling van oncologiemedicijnen. We hopen hierdoor behandelingen voor patiënten met alvleesklierkanker te verbeteren. De onderzoeksafdeling van Servier onderzoekt veel zaken. Zo bekijken ze op welke manieren de ziekte zich ontwikkelt. Of waarom iemand niet reageert op standaardbehandelingen. Met die informatie hopen we nieuwe ideeën te krijgen waardoor we nieuwe behandelingen kunnen ontdekken. En we proberen informatie te verzamelen om zo te bepalen welke behandeling het meest geschikt is voor elke patiënt. Of welke volgorde van behandeling het meest geschikt is voor elke patiënt.