Er zijn verschillende zaken die de kans dat je maagkanker krijgt, groter maken. Deze zaken hebben vaak te maken met je omgeving en je gedrag. Maagkanker wordt in de meeste gevallen pas laat ontdekt. Dit komt omdat mensen pas laat klachten krijgen. Deze klachten zijn vaak algemeen en komen bij veel andere ziekten ook voor. Dat zorgt ervoor dat deze vorm van kanker te laat wordt opgemerkt. Hierdoor is de kans op beter worden minder groot.

De helicobacter pylori bacterie

Een van de redenen waarom je een grotere kans hebt om maagkanker te krijgen is de helicobacter pylori bacterie. Mensen die deze bacterie in hun maag hebben, hebben een grotere kans om maagkanker te krijgen. In 80% van de patiënten komt de maagkanker door deze bacterie.

Deze bacterie loop je meestal op in de kindertijd. Vaak krijg je de bacterie via je ouders. De bacterie zorgt voor een ontsteking aan het maagslijmvlies (dit heet chronische gastritis). Ongeveer 1% van de mensen die zo’n ontsteking heeft, krijgt ook maagkanker.

Steeds minder infecties

Gelukkig komen er steeds minder infecties door de helicobacter pylori bacterie voor. Dit komt omdat we manieren hebben gevonden om onze levensmiddelen beter te kunnen bewaren. Maar ook omdat meer mensen schoon drinkwater en antibiotica kunnen krijgen. En omdat er meer gelet wordt op de hygiëne.

Je hebt meer kans om maagkanker te krijgen als: je rookt, alcohol drinkt en ongezond eet.

Men denkt dat in Japan veel mensen maagkanker hebben omdat ze daar veel gerookte en zoute producten eten.

Is maagkanker erfelijk?

De kans om maagkanker te krijgen kan groter zijn als iemand in je familie het ook heeft (gehad). Hoe eerder bekend is dat je maagkanker hebt, hoe groter de kans om beter te worden.

De maag heeft twee taken in het lichaam. De eerste taak is het afgeven van zuren en maagsappen. De tweede taak is het kneden van de inhoud van de maag. Daarna gaat de inhoud van de maag de darmen in.

Medicijnen kunnen helpen om beter te worden

Soms krijg je voordat je geopereerd wordt medicijnen (bijvoorbeeld chemotherapie). Dit krijg je soms samen met bestraling (radiotherapie). Hierdoor proberen de artsen de tumor kleiner te maken. Dan kunnen artsen de tumor er makkelijker uithalen.

Als je medicijnen krijgt na je operatie kan dat twee redenen hebben. De medicijnen zorgen dat de tumor niet terugkomt. Of de medicijnen zorgen dat de tumoren minder snel groeien en je je minder ziek voelt. De dokter probeert daarmee je langer te laten leven. En te zorgen dat je nog dingen die je leuk vindt kunt doen.

Vroegtijdige opsporing van kanker

Maagkanker geeft geen speciale klachten. Klachten die mensen hebben zijn: pijn in de buik, misselijkheid, braken, bloed in braaksel of poep of moeite met slikken. Maar je kunt ook geen trek hebben in eten, vaak moe zijn of afvallen zonder dat je op dieet bent. Dit kunnen allemaal tekenen zijn van maagkanker. Daarom is het belangrijk om bij dit soort klachten naar de dokter te gaan.

In sommige gevallen is het belangrijk om onderzoek te laten doen naar de Helicobacter pylori bacterie. Dit is vooral belangrijk als je directe familieleden maagkanker hebben. Of als je kans hebt om een maagzweer te krijgen. Dit kan komen omdat je langer dan een jaar bepaalde medicijnen gebruikt.